Fabrieksarbeiders van onder de 16

Op school hebben we allemaal geleerd dat het kinderwetje van Van Houten uit 1874 heel belangrijk is geweest in de strijd tegen kinderarbeid in Nederland.

Maar dat iedere gemeente in haar jaarlijkse verslagen tussen 1851 en circa 1930 precies noteerde hoeveel kinderen tussen 12 en 16 jaar in welke fabrieken en ambachtelijke bedrijven werkten is minder bekend. Toch zijn het juist de gemeenteverslagen die het werken van die jeugdigen tastbaar maken. 
De Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderenis de officiële naam van het Kinderwetje van Van Houten. Het was de eerste wet in Nederland die iets deed tegen kinderarbeid. Fabrieksarbeid werd verboden voor kinderen tot 12 jaar, bovendien werden beperkingen opgelegd aan de werktijden van kinderen tussen 12 en 16 jaar. (klik hier voor meer info over het kinderwetje van Van Houten). Erg effectief was de wet niet, omdat het werken op het land en in de huishouding er niet onder vielen. Aan kinderarbeid kwam pas echt een einde toen in 1900 de leerplichtwet werd ingevoerd en alle kinderen tussen 6 en 12 jaar naar school moesten. Kinderen tussen 12 en 16 jaar bleven gewoon werken.

Een van de Valkenswaardse jongeren die al vroeg in de fabriek werkten was Anna van Veldhoven, die in juni 1892 als Johanna van Veldhoven in Leende geboren was. Zij was met haar 13 jaar in 1906 de jongste werknemer van de sigarenfabriek van Heesterbeek. Toen het bedrijf in april van dat jaar zijn 12 ½-jarig bestaan vierde, viel haar de eer te beurt om te mogen spreken. Met heldere meisjesstem, aldus de Meierijsche Courant van 24 april 1906, sprak zij bij de aanbieding van het feestgeschenk aan de heer Heesterbeek. Ze zal tevoren goed geïnstrueerd zijn geweest en goed geoefend hebben, want haar woorden klinken niet echt kinderlijk. Zij wenschte namens de werklieden den patroon geluk dat hij op de 12½ jaar die verliepen met eere en vreugde mocht terug zien. Klein begonnen, door vlijt en volharding opgewerkt tot wat hij heden was. … Zij wees op de goede verhouding, die altijd tusschen patroon en werklieden had bestand; en dankte voor de goede behandeling, altijd ondervonden. In de fabriek werkten in die tijd ongeveer 33 mensen, twintig mannen, twee vrouwen, vijf jongens onder de 16 jaar en zes meisjes van onder de 16. De verhouding tussen mannen, vrouwen, jongens en meisjes is in de fabriek van Heestermans 61 % - 6 % - 15 % - 18 %. De percentages kunnen per fabriek of ambacht wat verschillen, maar de mannelijke volwassen arbeider was steeds in de meerderheid. Uit de grafiek komen twee zaken duidelijk naar voren. Steeds meer mensen gingen in Valkenswaard in fabrieken werken en het aandeel van vrouwen, jongens en meisjes in de fabrieksarbeid bleef beperkt.

Voor de grafiek zijn de cijfers om de tien jaar genomen. Het jaar 1851, het eerste jaar dat gemeenteverslagen werden gemaakt, is in Valkenswaard niet compleet. De cijfers over economie en dus ook over de fabrieken en ambachten, ontbreken. En niet in alle jaren zijn de aantallen werknemers van de ambachtelijke bedrijfjes vermeld. Waar ze wel zijn vermeld, zijn ze opgenomen in de cijfers zoals die in de grafiek te zien zijn.

 

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
Valkenswaard - Dijkstraat
Het motto van Notten.
Oirschots streekarchief
images/hourglass.png

ZOEKEN...